Tussen Kunst & Kids #3: Dick Swaab

Het is belangrijk om kinderen al vanaf jonge leeftijd in aanraking te brengen met kunst. Maar hoe stimuleert museumbezoek dan het precies het kinderbrein? We vragen het aan professor dr. Dick Swaab, de beroemdste neurobioloog van Nederland en schrijver van de bestsellers Wij zijn ons brein en Ons Creatieve Brein.

Wat gebeurt er eigenlijk in onze hersenen als we kijken naar kunst?
‘Alle visuele informatie die je binnenkrijgt, van kleuren tot beweging, wordt ontleedt en verwerkt in verschillende delen van je hersenschors. En door de zenuwcellen in je oog wordt dit weer verwerkt. Als je naar een schilderij kijkt, dan neemt je brein automatisch de emotie over die de kunstenaar wilde overbrengen. Wist je dat kunstenaars – weliswaar onbewust- technieken gebruiken waarmee ze bepaalde hersensystemen manipuleren? Dit alles om ons een esthetische ervaring te geven. Het genieten van kunst verschilt trouwens niets van alle andere vormen van genot, je beloningsysteem van de hersenen wordt geactiveerd.”


Hoe bepalen de hersenen van welk soort kunst we houden?

‘“Beauty is in the brain of the beholder”: de waardering voor kunst is een gevolg van chemische processen in je hersenen. Bekijk je een landschap, portret of stilleven, dan worden er maar een paar hersengebieden geactiveerd, terwijl abstracte kunst alle hersengebieden tegelijkertijd prikkelt. Je brein moet dan uitvogelen hoe dit ‘ongewone’ beeld verwerkt moet worden. Je hersenen reageren dus anders op een paar streepjes en kleurvlakken dan op herkenbare beelden. Maar ieder brein is weer anders, dus daarmee ook je voorkeur voor kunst.”

Kunst associëren we vaak met schoonheid en plezierige emoties, maar kunst kan ook lelijk of choquerend zijn. Volgens Aristoteles is de mens gefascineerd door afbeeldingen van dingen waarvoor hij bang is of waarvan hij walgt. Kunst houdt een spiegel voor.

Waarom is het belangrijk dat kinderen al vroeg kennismaken met kunst?
‘Kinderen moeten gestimuleerd worden met nieuwe dingen en daar leent kunst zich uitstekend voor. Dat betekent niet dat je kleintjes tegen heug en meug moet meeslepen naar een museum: plezier staat altijd voorop! Als we kijken naar baby’s, zien we dat na de geboorte 66 procent van hun brein nog moet worden aangelegd. De hersenontwikkeling is voor een groot deel afhankelijk van stimulatie uit de omgeving: hersenen worden groter in een verrijkte omgeving. Bied kinderen dus informatie aan die geschikt is voor hun leeftijd, of nét iets moeilijker. Daag ze voortdurend uit. Een babybrein dat niet gestimuleerd wordt, zal altijd kleiner blijven.’

Kinderen van negen maanden oud kunnen kleuren zien en op plaatjes reageren. Ze kijken liever naar abstract werk van Pablo Picasso dan naar figuratieve schilderijen van Claude Monet.

Is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de invloed van kunst op jonge kinderen?
‘Het is onmogelijk om gecontroleerd onderzoek te doen naar de effecten van beeldende kunst op de leeftijdsgroep van 0 – 5 jaar. De korte termijn invloed van kunstlessen op school bij kinderen van 7 – 10 jaar is wel onderzocht. Hier werden verbeteringen in executieve functies (de hersenfuncties die het mogelijk maken dat je rationele beslissingen neemt, impulsen beheerst en kunt focussen op wat belangrijk is) en schorsveranderingen aangetroffen. Ontzettend zonde dus dat kunst overal zo wordt wegbezuinigd en dat vakdocenten verdwijnen.’

In Ons Creatieve Brein noemt u kunstenaars een soort neurowetenschappers, die de hersenen verkennen, zij het met andere instrumenten. Ziet u een verband tussen kunst en wetenschap?
‘Elk creatief proces begint met intuïtie, een origineel idee. Voordat je over een aha-moment kunt beschikken, moet je brein wel intensief getraind zijn in een bepaalde discipline. Terwijl wetenschappers het proces van denken chemisch en fysisch onderzoeken, onderzoeken kunstenaars de geest, hun gedachten en gevoelens via de kunst.’

Moet je slim zijn om creatief te kunnen zijn?
Een redelijk IQ is inderdaad belangrijk, al hoef je niet extreem slim te zijn. Daarnaast vormen bepaalde karaktereigenschappen, zoals risico’s durven nemen, nieuwsgierigheid en openheid, een aanwijzing voor creativiteit. Kijk, we worden gebombardeerd door informatie. Om ons te kunnen focussen, filteren we die informatie. Bij de een staat dat filter verder open dan bij de ander. Creatieve mensen hebben hun filter heel ver openstaan.”

Creativiteit is een hersenproces en niets hogers dan dat.

In Ons Creatieve Brein schrijft u over wetenschap, over de hersenen maar ook over kunst, muziek en creativiteit. Vanwaar dit onderwerp?
“Mijn wetenschappelijke werk leest helemaal niemand, alleen vakbroeders. Met mijn publieksboeken wil ik de kennis over de werking van ons brein delen, om zo ook de taboes op hersenziektes te doorbreken. Ik merk dat de belangstelling voor hersenonderzoek toeneemt wanneer je zo helder mogelijk vertelt hoe fantastisch die machine in ons hoofd is en hoe ongelofelijk complex de ontwikkeling van het brein is.”

Was uw werk eigenlijk goed te combineren met een jong gezin?
“Nee. Er wordt mij nog steeds door mijn kinderen verweten dat ik er nooit was. Ik antwoord dan: en daarom zijn jullie zo aardig geworden. We hadden een duidelijke taakverdeling: mijn vrouw voedde op en ik voedde af. Met mijn werk is het onmogelijk om de zorgtaken goed te verdelen. Ik werk nog steeds 80 uur per week, gedeeltelijk hier in Nederland en ook veel in China.”

Welke rol speelt creativiteit in uw gezin?
‘We namen onze kinderen van kleins af aan mee naar musea. Meestal ging dit prima, maar ik weet nog goed dat op Kreta in Heraklion een enorme amfoor bijna omviel doordat ze erlangs renden. In de pubertijd waren ze even klaar met musea. Zo gaan die dingen. Nu neemt mijn kleinzoon van vier ons altijd mee naar het museum. In het Louvre in Parijs vertelde hij ons van alles over de Egyptische afdeling. Sommige kleuters nemen blijkbaar hun grootouders mee naar het museum in plaats van andersom.”

Heeft u zelf jeugdherinneringen aan musea?
‘Als jongetje op de lagere school kreeg ik museumles en met de hele klas bezochten we het Stedelijk Museum Amsterdam. Daar zag ik een heel spookachtig schilderij van Carel Willink, een van de belangrijkste kunstenaars van het magisch realisme, dat mij enorm fascineerde. Ook het Rijksmuseum herinner ik me nog goed. Als je daar de trappen opliep, stond er een beeld van een vrouw die tijdens een psychose de haren uit haar hoofd trok.  Dat vond ik destijds best eng. Verder namen mijn ouders me overal mee naar toe. In Gent maakte het gigantische altaarstuk Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck veel indruk op me. Ik vond het zo overweldigend dat ik de volgende ochtend weer terug wilde.’

Artus Quellinus, ‘De Razernij’, Rijksmuseum 

Waar haalt u inspiratie vandaan? 
‘Allereerst mijn “wetenschappelijke kinderen”: mijn promovendi die me veel energie geven. Van de 85 zijn er 20 hoogleraar geworden. En hun promovendi hebben ook weer hoogleraren voortgebracht. Ik heb zelfs “wetenschappelijke achterkleinkinderen”! Voorts ben ik nog altijd zeer geïnteresseerd in kunst en reis ik graag. Niet alleen bezoek ik onderweg musea, ik loop ook nog eens alle kerken, tempels en moskeeën af. En dat als overtuigd atheïst.’

Zorgt u zelf actief voor triggers om uw creativiteit en hersenen te blijven prikkelen?
“Nee, in mijn werk is alles elke dag nieuw. Het is zo dat als je op oudere leeftijd een muziekinstrument leert bespelen dat heel goed is voor het trainen van je brein. Maar dat is niets voor mij. De pianolessen die ik als klein jongetje van mijn strenge grootmoeder kreeg, waren geen succes. Elk plezier in het maken van muziek is hiermee de kiem in gesmoord. Mijn collega Erik Scherder, een van mijn vroegere promovendi, is wél recentelijk op vioolles gegaan. Hij pleit ook voor meer beweging en heeft op zijn werkkamer een hometrainer staan. We hebben nu een weddenschap. Hij doet alles fietsend, ik haal alleen adem en dan maar even kijken wie er langer leeft (lacht).”

Tot slot: heeft u een favoriete kunstenaar of kunstwerk?
‘Een van mijn favoriete plekken is de Sagrada Família in Barcelona van de architect Gaudí. Die kerk noem ik mijn favoriete kunstwerk. Sinds 1882 wordt er bijna voortdurend aan gebouwd. Toen ik er vijftig jaar geleden voor het eerst was, stond er nog nauwelijks iets. Je ziet dat Gaudí echt naar de natuur gekeken heeft, hoe je zo’n gebouw het beste steun kunt geven. Een soort van bomen met bladeren aan het eind. Fantastische architectuur!’

Wil je meer leren over het effect van kunst op het brein? Wetenschapsjournalist Mark Mieras noemt kunst ‘een noodzaak om te kunnen overleven in onze veranderende wereld’.  Professor Erik Scherder legt uit hoe het kijken naar kunst precies werkt. 


Brigitte (37) is de oprichter van Stichting Kunstfanaatjes. Met haar freelance werk richt ze zich op publieksbereik (educatie & communicatie) in de culturele sector. Ook is ze een enthousiast museumdocent. Ze woont samen en en heeft een zoontje, Max van bijna 4 jaar oud.

COMMENTS ARE OFF THIS POST